Select Page

In juni besloot ik dat ik een soort van logboek wilde. Dat was allemaal de schuld van één bepaald YouTube kanaal: Objectivity. Voor wie het niet kent, het is een soort van wekelijkse mini-documentaire waarin de presentator en de hoofdbibliothecaris van de Royal Society in Engeland hun archieven induiken. En die archieven zitten tsjokvol met geschiedenis. Je vindt er kaarten terug, foto’s, tekeningen en schilderijen, objecten allerhande en boeken. Eindeloze hoeveelheden boeken.

Wat me opviel was dat heel wat grote namen zoals Charles Darwin, Isaac Newton en zoveel anderen een soort van logboek bijhielden met hun bevindingen. Vaak werden die bevindingen dan later gepubliceerd in boekvorm. Het idee van een boek te hebben waarin je aantekeningen maakt die je achteraf opnieuw kan bekijken, fascineerde me.

Waarom ik zelf een logboek wilde

Het zit zo: ik vergeet snel. Ik vergeet ontzettend snel eigenlijk. Een goudvis is er soms niets tegen. En daardoor onthoud ik sommige ideeën niet, vergeet ik belangrijke gebeurtenissen of vergeet ik zelfs bestanden door te sturen of mailtjes te beantwoorden. Het is een slechte eigenschap en ik ben me er volledig van bewust. Ik probeer dan ook altijd manieren te vinden die me helpen met mijn geheugen van een goudvis.

Een soort van logboek waarin ik kon bijhouden wat ik had gedaan, wat ik nog moest doen en welke ideeën ik allemaal had die ene dag leek me wel handig. Daarnaast leek het me ook interessant om bepaalde gewoontes bij te houden en even stil te staan bij sommige zaken.

Zo vraag ik mij regelmatig af: “Ben ik wel productief genoeg geweest vandaag? Of waardoor raakte ik nu weeral afgeleid? Op welke dagen had ik een energiepiek? Of welke dagen kelderde mijn energie?”. Misschien kan ik daar dan een lijn in vinden en daarmee rekening houden. Altijd handig. En tot nu toe had ik niet echt een manier om al die zaken op te volgen op één plek.

Naast vergeten, heb ik ook de slechte eigenschap van de grootste chaoot op deze aardkloot te zijn. De twee gaan vaak hand in hand natuurlijk. Dat wil dus zeggen dat ik een keer iets in Google Docs schrijf, dan een keer iets in Evernote, dan weer iets in een mail naar mezelf. Maar de laatste tijd merkte ik dat ik steeds vaker en vaker begon te kribbelen in een kladschriftje dat ik voor een euro had gekocht. Geen leuke cover. Geen fancy papier. Gewoon een schriftje van een euro.

Bullet journal: de basisprincipes

Dus ging ik met een ander schriftje van een euro aan de slag en nam als basis voor het schriftje de bullet journal. De basisprincipes zijn vrij eenvoudig en worden perfect uitgelegd in dit filmpje.

Je ziet op Pinterest, Instagram en aanverwanten heel wat prachtig gedecoreerde bullet journals opduiken. Laat je daar zeker niet door van de wijs brengen. Begin gewoon bij het begin en dat zijn de basisprincipes. Hoewel ik zelf een creatief persoon ben met een lade vol stickers en stiftjes, hou ik mijn logboek bijzonder sober. Geen stickertjes. Geen tekeningen. Slechts twee kleuren inkt om toch een beetje contrast te kunnen creeëren. And that’s it. Mijn redenering is: ik wil dat deze tool voor mij werkt, niet dat ik voor die tool moet werken (aka er veel tijd in steek).

Bullet journal: mijn evolutie

Tijdens de eerste maanden maakte ik braaf aan het begin van iedere maand een overzicht met al mijn afspraken en mijn to-do’s voor die maand. Dat bleek helemaal niet te werken voor mij. Ik greep nooit terug naar die overzichten. Alle dagen van de week volledig uitschrijven was ook niet van toepassing, want ik gebruikte mijn journal vooral op donderdagen en vrijdagen als ik thuis was om voor mijn bijberoep te werken. Het duurde even voor ik had gevonden welke zaken wél voor mij werkte, maar dat is het grote voordeel aan dit systeem. Je sleutelt eraan tot je iets hebt gevonden dat bij jou past.

Hoewel ik hier een Leuchtturm1917 heb liggen (de Heilige Graal voor zowat iedere bullet journal gebruiker), grijp ik toch steeds weer naar schriftjes met ringen om te gebruiken. Momenteel gebruik ik een fluoroze Atomaschriftje met ruitjespapier. Ik heb de gewoonte om het schriftje dat ik gebruik altijd voor me op mijn bureau te leggen, tussen mij en het toetsenbord in. Een schriftje zonder ringen neemt te veel plaats in. Dan kan ik mijn armen niet meer op de tafel leggen als ik wil typen. Maar een schriftje met ringen, dat kan je dubbel vouwen zonder de rug te breken dankzij de ringen. En zo’n dubbelgevouwen schriftje past perfect tussen mijn twee armen.

Ik gebruik mijn bullet journal intussen helemaal anders dan in juni toen ik ermee begon. Toen probeerde ik echt het bullet journal systeem te volgen. Tegenwoordig begint dat schriftje meer en meer te lijken op die befaamde logboeken uit de archieven van de Royal Society. Het is een combinatie aan het worden van to-do’s, aantekeningen en bedenkingen.

Heb je zelf nog geen bullet journal of logboek? Je hebt ongetwijfeld érgens nog wel een schriftje rondslingeren. Haal het er snel bij en begin gewoon. Hier en nu. Geloof me, je gaat het je niet beklagen.

Hoe ik te werk ga

Er zijn een aantal zaken die steeds opnieuw terugkomen in mijn bullet journal/logboek. Ik deel ze hier met veel plezier, want misschien haal je er zelf wel wat ideeën uit voor je eigen logboek.

De energie tracker. Heel wat bullet journal gebruikers werken met trackers. Stel dat ze elke dag een appel willen eten, dan tekenen ze dertig vakjes als er dertig dagen in de maand zijn. Het is dan de bedoeling dat ze iedere keer als ze een dag hebben gehad waarop ze een appel hebben gegeten, dat vakje inkleuren. Voor de gekste dingen worden er trackers gebruikt.

Ik beperk mij tot ééntje: de energie tracker. Energie is één van de belangrijkste zaken voor mij. Als ik niet de nodige energie heb, dan kan ik niet naar behoren functioneren. Dan krijg ik geen werk gedaan en dan grijp ik instinctief naar YouTube. Uren van mijn kostbare tijd verspil ik dan. Dus ik heb een mini logboek gemaakt van mijn energie.

Door mijn energie te tracken leerde ik al heel snel dat ik dingen deed die me energie kosten (een doos koeken in één keer opeten) en dat er gewoon periodes waren dat de energie sowieso wat lager is (de maandelijkse rode feestweek). Daardoor kan ik mijn gewoontes aanpassen en rekening houden met dagen waarvan ik op voorhand al weet dat de energie weer wat minder zal zijn.

Het kwartaaloverzicht. Aan het begin van ieder kwartaal maak ik een overzicht. Ik schrijf daarin op welke inkomsten ik sowieso mag verwachten en wat ik moet doen als ik bepaalde doelen wil halen. Ik blik even terug op het vorige kwartaal en schrijf op wat goed ging en wat minder goed ging.

Daarnaast maak ik een lijst met alle zaken die ik moet doen die negentig dagen en wat ik wil doen. Vervolgens maak ik een lijstje met de drie maanden van dat kwartaal en zet ik maximum drie to-do’s bij iedere maand. Op basis daarvan kan ik dan weer verder. In tegenstelling tot een maandoverzicht grijp ik wel regelmatig terug naar dit overzicht. Ik kruis inkomsten af die zijn binnengekomen of to-do’s die ik heb afgewerkt.

Het weekoverzicht. Iedere zondagavond zet ik mij een kwartiertje aan mijn bureau en maak ik een weekoverzicht op één pagina. Ik schrijf de dagen van de week op en bij iedere dag zet ik drie puntjes. Bij ieder puntje zet ik een bepaalde taak. Dat zijn mijn drie belangrijkste dagen van die dag. In dit weekoverzicht neem ik ook afspraakjes met vrienden en familie op.

Dat weekoverzicht geeft me op zondagavond al een duidelijk beeld van wat ik mag verwachten die week. En het zorgt er ook meteen voor dat ik weet wat de belangrijkste zaken zijn voor die week. Soms maak ik onderaan het overzicht nog enkele notities en zaken die ik zeker niet mag vergeten (bv. Mail X in verband met Y).

Het dagoverzicht. Het dagoverzicht is gedurende de afgelopen maanden heel wat veranderd. Toen ik begon met mijn bullet journal maakte ik een lijstje met to-do’s en dat was het zo’n beetje. Dat is ook de basis van bullet journaling. Op die manier kreeg ik makkelijk drie dagen onder elkaar op één pagina. Tegenwoordig neemt één dag één pagina in beslag. Bovenaan komen mijn to-do’s voor die dag te staan.

Doorheen de dag maak ik kleine notities die vaak maar één regel lang zijn. Dat kan gaan van: “Hoera! Weer een cursus verkocht!” tot “Ik was beter wat vroeger mijn bed ingekropen gisteren” tot “Idee: een digitaal product rond X”. Er zijn zoveel dingen waaraan ik denk terwijl ik aan mijn bureau zit en het is zonde om die wilde ideeën, maar ook kleine overwinningen en ingevingen niet op te schrijven. Wie weet komt er later nog iets interessants uit voort.

Aan het einde van de dag maak ik dan nog even de tijd vrij om een paragraaf te schrijven over de dag in kwestie. Wat heb ik geleerd? Wat ging er goed? Wat kan ik beter aanpakken? Wat inspireerde me? Gewoon. Een beetje schrijven in dagboekvorm, maar puur gericht op mijn bijberoep. Door dat laatste is mijn bullet journal steeds meer en meer een logboek aan het worden en ik vind dat helemaal geweldig.

Het schriftje ligt hier tegenwoordig ook steeds binnen handbereik terwijl ik non-fictie boeken lees zodat ik snel notities kan maken en ook terwijl ik podcasts luister of webinars volg, wordt er regelmatig iets neergepend. Er staat intussen een schat aan informatie in dat knalroze schriftje van mij.

Intussen zit ik al aan mijn tweede schriftje, maar mijn eerste schriftje staat op een plank vlak boven mijn bureau. Ik grijp er nog regelmatig naar. Om een keer terug te blikken op mijn vorige kwartaaloverzichten of om mijn wilde ideeën terug te lezen. Om te zien hoe ik tijd verkeerd inschatte en hoe dat gaandeweg beter en beter is geworden. Om te zien hoe ik als ik mijn chaos in een structuur giet, mijn energie en productiviteit piekt. Om even te grinniken met alle zaken die zes maanden geleden leken op het einde van de wereld, maar achteraf gezien best wel meevielen.

Het is leuk om je eigen evolutie te kunnen volgen en te kunnen zeggen: “Waw, op zes maanden tijd heb ik toch best wel veel gedaan,”. Dat motiveert je om verder te doen en verder te blijven sleutelen aan je succes, het maakt niet uit of dat nu je bijberoep is of de evolutietheorie. Ik vermoed dat dat misschien ook is waarom die grote namen uit de geschiedenis ook zo’n logboek hadden.

Gebruik jij een bullet journal of een ander soort van logboek voor je bijberoep of blog? Hoe ga jij te werk? Zijn er zaken die wel werken voor jou of net niet?